De brief

Mijn cliënt kreeg een brief van een handhavingsinstantie. Er was daar een handhavingsverzoek ontvangen. Of mijn cliënt maar even een zienswijze wilde geven op dat handhavingsverzoek. En, oh ja, de handhavingsinstantie zelf had nog een informatieverzoek, dat in de bijlage bij de brief was opgenomen. Verder schreef de handhavingsinstantie nog iets over vertrouwelijke gegevens: die mochten duidelijk gemarkeerd (?) in de reactie worden opgenomen, maar vertrouwelijkheid was daarbij niet gegarandeerd. De volgende alinea gaat over de wettelijke grondslag van ‘het verzoek tot informatie’ namelijk 5:16 en 5:17 Awb. En dan ineens volgt er een passage over de cautie: beginnend met de zin “U bent niet verplicht te antwoorden op de vragen.”, eindigend met de zin “Ik wijs u erop dat u op grond van artikel 5:20 Awb, verplicht bent om voor dergelijke vragen medewerking te verlenen. Voor niet-meewerken kan [handhavingsinstantie] sancties opleggen.”

Als het niet zo ernstig was, dan zou je er bijna hard om moeten lachen.

Ik heb deze brief eerst 3x gelezen. En toen besefte ik pas, dat de ambtenaar die dit geschreven had, werkelijk alles door elkaar haalde.

Wat ging er mis deel 1: lezen

Cliënt had de handhavingsinstantie gevraagd om gedateerde handhavingsverzoeken (en het volledige dossier). Antwoord: ‘Tevens verzoekt u […] om verschillende ondertekende handhavingsverzoeken op te sturen. […] De […] heeft het handhavingsverzoek zonder ondertekening van diverse personen aan u toegestuurd […]’. Cliënt vraagt dus om gedateerdehandhavingsverzoeken en ontvangt een reactie van de handhavingsinstantie met een uitgebreide verhandeling over privacy.

Maar: cliënt vroeg niet naar ondertekende verzoeken, alleen naar gedateerde verzoeken…! Dit is een behoorlijke leesfout.

Wat ging er mis deel 2: zienswijze

Als een handhavingsinstantie een handhavingsverzoek ontvangt, dan zal die instantie onderzoek moeten gaan doen, eventueel met behulp van de toezichtsbevoegdheden, die in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht te vinden zijn. De handhavingsinstantie vraagt nadrukkelijk naar de zienswijze van cliënt op dat handhavingsverzoek.

Maar: het is in beginsel niet relevant wat cliënt vindt van het handhavingsverzoek. De instantie zélf moet daar immers éérst wat van vinden. In dit geval is er alleen nog maar dat handhavingsverzoek, waarop de handhavingsinstantie ook nog eens eerst onderzoek moet verrichten (en ja, dat kan bijvoorbeeld met behulp van een informatieverzoek). Pas daarná kan de instantie een voornemen voor een besluit opstellen. Dáárop kan cliënt dan zijn zienswijze geven. Niet op het verzoek zélf. Een duidelijke fout in de brieftekst van de handhavingsinstantie.

Wat ging er mis deel 3: cautie

Deze handhavingsinstantie geeft direct de cautie, oftewel de instantie wijst degene op wie toezicht gehouden wordt op zijn/haar zwijgrecht voor zover het gaat om wilsafhankelijk materiaal. Dat geven van de cautie is verplicht, als en zodra er een redelijk vermoeden van schuld ontstaan is en degene op wie het toezicht zich richtte, inmiddels dus als verdachte gekwalificeerd wordt. We zitten dan in de opsporingsfase en antwoorden is, vanwege dat zwijgrecht, dus juist NIET verplicht. En bij een verhoor hoeft de verdachte alleen maar de ‘wilsonafhankelijke’ informatie te delen (voor zover hij dat wil, want hij mag zwijgen).

Maar: in dit geval is er (nog) geen sprake van een opsporingsfase. We zitten nog maar in de eerste fase van het toezicht… en dus is de cautie nog niet aan de orde. Het is zeer verwarrend voor een ondernemer om in één passage twee totaal verschillende uitgangspunten te moeten lezen. De handhavingsinstantie heeft hier een fout gemaakt.

Wat ging er mis deel 4: informatieverzoek en medewerkingsplicht

Die toezichtsbevoegdheden gaan vrij ver en degene op wie toezicht gehouden wordt, is ook nog eens verplicht medewerking te verlenen (artikel 5:20 Awb). Die medewerkingsplicht gaat ver: overtreding ervan is strafbaar. Ook dit informatieverzoek valt daaronder.

Maar: de handhavingsinstantie gaf -om te beginnen- de cautie. Daarmee zegt de instantie feitelijk: ‘je bent niet verplicht om mee te werken’, wat recht tegen de medewerkingsplicht in gaat. Die twee kunnen natuurlijk niet samen gaan. De cautie geven is in deze context absolute onzin. Ook een behoorlijke fout.

Wat deed ik?

Namens cliënt heb ik een brief geschreven, waarin ik (onder meer) deze aspecten aan de orde heb gesteld. En dat cliënt natuurlijk graag het voornemen tot het nemen van het besluit zou ontvangen. Wat kreeg cliënt in reactie hierop: een tweede informatieverzoek…! Waar het voornemen blijft, was en is een raadsel. Zelfs een telefoontje van mij naar de behandelend ambtenaar hielp niet. Deze man bleef namelijk vastzitten in zijn eigen ‘structuur’. Op zichzelf logisch, als je simpelweg kennelijk nooit geleerd hebt hoe het bestuursrecht werkt. Misschien moet hij toch eens mijn boek lezen (en ja, dat wordt in 2025 geactualiseerd). Daarin wordt de handhavingsprocedure duidelijk uitgelegd. Want die geldt natuurlijk niet uitsluitend voor het omgevingsrecht.

Moraal van het verhaal

Cliënt was al bijna in paniek geraakt. Het stond allemaal heel dreigend in de brief en ze waren al bezig met allerlei antwoorden op vragen die niet gesteld waren. Ik heb in weinig tijd een brief geschreven, die mijn cliënt direct begreep. Nu de handhavingsinstantie nog…

Soms ben je als advocaat dus alleen maar teksten aan het herstructureren en wettelijke regels in Jip&Janneke-taal aan het uitleggen. En dan blijkt er alleen maar een storm in een glas water te zijn ontstaan… alleen moet -in dit geval- de handhavingsinstantie nogmaals gewezen worden op de procedure. Daar blijf ik aan werken, samen met cliënt.

Hulp nodig bij handhaving?

Of u nou ‘overheid’ bent of ‘bedrijf’, het maakt niet uit voor mij: ik help graag. En nee, ik zwaai niet onmiddellijk met facturen, want daarvoor is een opdracht nodig. Bel of mail mij!