Het vreugdevuur in Scheveningen tijdens de jaarwisseling is traditie. Maar wat afgelopen jaarwisseling weer een groot feest zou moeten zijn, werd een angstaanjagende vuurzee, die bijna letterlijk als een tornado de wijk in werd geblazen. De vonkenregen en de (preventieve) bluswerkzaamheden hebben veel schade aangericht. Voor dit evenement was geen vergunning verleend. Je kunt je afvragen, of de gemeente regels had moeten stellen en of de gemeente handhavend had kunnen of moeten optreden.

Succesvol handhaven: wat is daarvoor nodig in het algemeen?

Om te beginnen moet er natuurlijk een wet of regel zijn, die nageleefd moet worden. Daar gaat het al mis: in een verklaring van de gemeente zegt de burgemeester daarover dat er in al die jaren nooit een vergunning is verleend, maar dat er ‘stevige afspraken’ zijn gemaakt.
Daarnaast moeten de feiten duidelijk zijn: wat is er precies gebeurd en waar blijkt dat uit? Zijn er verklaringen, documenten, onderzoeksresultaten, is er beeldmateriaal? Is er daarmee bewijs dat er overtredingen zijn gepleegd? Ook hier zijn nogal wat noten te kraken, want er circuleren allerlei verschillende berichten.

De regels die nageleefd moeten worden: is er écht geen vergunningplicht voor het vreugdevuur?

Op grond van de artikelen 2:24 en 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag (APV) kan het vreugdevuur worden gezien als evenement, waarvoor een vergunningplicht geldt. Simpel gezegd: de organisatie had op zijn minst een evenementenvergunning moeten aanvragen. Nu die er niet was, werd er naar mijn mening dus in strijd gehandeld met de APV.

Toch is dit kennelijk een bewuste strategie van de gemeente, want de burgemeester verklaarde al op 2 januari 2019 dat er ‘stevige afspraken’ waren gemaakt. Maar hoe moeten die nu worden opgevat? Met mijn juridische bril op zou ik zeggen: dat is een gedoogverklaring onder voorwaarden. Anders gezegd: het bevoegd gezag verklaart daarin niet handhavend op te treden in een bepaalde, specifiek omschreven situatie. De bestuursrechter beoordeelt dit soort situaties zeer streng: er is immers een beginselplicht tot handhaving van wettelijke regels. Dat betekent dat het opzij zetten van wettelijke regels en dus het gedogen alleen maar mag in uitzonderlijke situaties. Bijvoorbeeld als het belang van het doorgaan van het vreugdevuur vele malen groter zou zijn dan het belang van de openbare orde en veiligheid. Daarover zou dan overigens ook een besluit moeten zijn genomen, maar ik heb daar tot nu toe niets over gelezen.

De gemeente zelf ziet het kennelijk -stilzwijgend- als een overeenkomst, een contract. Hoewel dat naar mijn mening een onlogische gedachtengang is, is het ook dán essentieel dat er goede afspraken worden gemaakt, vastgelegd én nagekomen. De gemeente heeft ook dán een zorgplicht en grote eigen verantwoordelijkheid.

De feiten

Je kunt wel zeggen dat de gemeente gewaarschuwd was. Er was namelijk al eens eerder wat misgegaan: in 2013-2014 viel de brandende houtstapel om. Het jaar daarna mocht het tóch doorgaan, en mocht de brandstapel vanaf dat jaar steeds hoger worden. De vraag is dan meteen: wat zijn de feiten in 2019? Ook daarover lijken de meningen te verschillen. Waarom was er geen vergunning, wel of geen voorgeschreven hoogte van de houtstapel, wel of geen overschrijding daarvan, wel of geen inspectie vooraf, de berichtgeving daarover verschilt voortdurend. Maar: zonder grondige kennis van de feiten kan niemand een uitspraak doen over de aansprakelijkheid voor alle schade die is aangericht als gevolg van de enorme vonkenregen in de straten van Scheveningen. Wél komt voortdurend terug in de berichtgeving, dat de brandende houtstapel in de weersomstandigheden van dat moment te hoog was om nog goed controle te kunnen houden. De gemeente zoekt de oorzaak van het uit de hand lopen van het vuur tot nu toe in een combinatie van de grote hoogte van de stapel hout en de plotseling opgestoken wind vanuit zee.

Handhaving?

Juist met het bouwen en aansteken van de enorme houtstapel in Scheveningen staat het belang van de openbare orde en veiligheid centraal. De gemeente heeft, als bestuursorgaan en bevoegd gezag, een bijzondere zorgplicht en eigen verantwoordelijkheid om dat belang te beschermen. Juist een burgemeester heeft in het bijzonder de zorg voor handhaving van de openbare orde en heeft precies daarom eigen bevoegdheden die te maken hebben met o.a. het voorkomen van gevaar. Om die reden heeft de burgemeester dan ook de bevoegdheid om evenementenvergunningen te verlenen.
Het toestaan van het jaarlijkse vreugdevuur in deze grote stad lijkt vooralsnog vooral een bestuurlijke aangelegenheid te zijn geweest, met een groot politiek draagvlak. Dat er -kennelijk bewust- al jarenlang geen evenementenvergunning is verleend, vind ik vanuit juridisch perspectief onbegrijpelijk. Bij het verlenen van zo’n vergunning (of een gedoogverklaring) moeten vooraf alle belangen tegen elkaar worden afgewogen én inzichtelijk worden gemaakt in een besluit, waar vervolgens bezwaar en beroep tegen open staat. Inclusief het inschatten van risico’s en calamiteiten. Zo’n procedure is niet mogelijk bij het afsluiten van een contract, zoals hier. Ook bestuursrechtelijke handhaving is dan strikt genomen onmogelijk geworden.

Had de gemeente het anders moeten doen?

Ja, een duidelijke juridische basis voor het stellen van duidelijke voorwaarden was nodig, alleen al vanwege de mogelijkheid dat een vreugdevuur van deze enorme omvang uit de hand zou kunnen lopen. Een evenementenvergunning biedt dan het juiste juridische kader aan zowel de gemeente zélf als aan omwonenden en toeschouwers. Voorbereidingsprocedure, zorgvuldig onderzoek, openbaarheid, afweging van belangen, rechtsbescherming, duidelijkheid over (bijzondere) zorgplichten en de aanpak van calamiteiten hoeven dan geen discussie meer te zijn. Als dan vervolgens afspraken worden geschonden of vergunningvoorschriften niet worden nageleefd, waarbij zeer ernstige schade wordt geriskeerd, kan de gemeente zelfs een zwaardere zorgplicht hebben om toezicht te houden en/of het evenement af te gelasten. Ik schat in dat de gemeente al jarenlang steken laat vallen bij het toestemmen in en toezicht houden op het jaarlijkse vreugdevuur, maar jarenlang geluk heeft gehad, omdat het allemaal (net) goed verliep.

De gemeente wil het Instituut voor Fysieke Veiligheid ((IFV) laten uitzoeken, wat er precies mis ging. Maar waarom wordt hier niet ook gekozen voor een opdracht aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid, zoals in 2015 na het ongeluk met de monstertruck in Haaksbergen? De Onderzoeksraad zelf vindt dat er geen rol voor haar is weggelegd, omdat er geen ongelukken zijn gebeurd. Dat vind ik een discutabele stellingname: er zijn enorme risico’s ontstaan en dankzij de grote inzet van velen is de schade beperkt gebleven tot materiële schade. Er zijn toevallig geen slachtoffers gevallen. Ook in Haaksbergen vond het evenement al járen plaats, zonder dat er ooit iets mis ging. De rechter vond in die situatie trouwens, kort gezegd, dat de gemeente Haaksbergen nadrukkelijk(er) risico’s had moeten inschatten en belangen anders had moeten afwegen.

Hebt u een vraag over evenementen die u organiseert of over evenementen in uw omgeving?

Ik help u als betrokkene bij een evenement graag om te bezien of uw belangen voldoende worden gewaarborgd. Klik hier om mij een bericht te sturen of bel mij op 085 0030153.