Er zal veel over worden geschreven de komende weken: onze (aller)hoogste bestuursrechter, de Grote Kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, heeft op 17 september 2014 twee belangrijke uitspraken gedaan over het begrip ‘bestuursorgaan’ in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Een beknopte uitleg.

De 3 B’s: bestuursorgaan, belanghebbende, besluit

Het begrip ‘bestuursorgaan’ (artikel 1.1 Awb) is net als de begrippen ‘belanghebbende’ (artikel 1.2 Awb) en ‘besluit’ (artikel 1.3 Awb) een van de centrale begrippen in het bestuursrecht.

Welke bestuursorganen zijn er?

Er zijn twee groepen. De eerste groep bestaat uit ‘organen, die krachtens publiekrecht zijn ingesteld’, oftewel gemeente, provincie, waterschap, belastingdienst, UWV, etc. De tweede groep bestaat uit personen of colleges ‘met enig openbaar gezag bekleed’; die groep is moeilijker te vatten, want dat kan variëren van de Stichting Nationale Hypotheek Garantie (die beslist over hypotheekgaranties) tot Argonaut BV (die beslist over kilometerbudgetten voor gehandicapten).

Waarom is het belangrijk om te weten wie bestuursorgaan is?

Een bestuursorgaan moet zich aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur houden. Zo moet het besluiten zorgvuldig voorbereiden en deugdelijk motiveren. Er moet dus een goede belangenafweging zijn. Het bestuursorgaan mag zijn bevoegdheden niet gebruiken voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Het bestuursorgaan moet gelijke gevallen gelijk behandelen en mag niet in strijd met het willekeurbeginsel handelen. Verder moet het in de gaten houden dat de nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Het is belangrijk om te weten of je te maken hebt met een bestuursorgaan, omdat een bestuursorgaan besluiten neemt waartegen bezwaar en/of beroep mogelijk is (met bijbehorende strenge termijnen, die niet overschreden mogen worden). Het bestuursorgaan moet zich houden aan de genoemde algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De bestuursrechter doet uitspraak over conflicten tussen burgers en bedrijven aan de ene kant en het bestuursorgaan aan de andere kant. Luidt de conclusie dat er géén sprake is van een bestuursorgaan? Dan moet degene die wil protesteren ofwel onderhandelen ofwel naar de civiele rechter en gelden er bovendien geen speciale beslistermijnen.

Wat heeft de Afdeling gezegd in die uitspraken op 17 september?

Organen van privaatrechtelijke rechtspersonen (bv. stichtingen of BV’s) die uitkeringen of financiële voorzieningen verstrekken, zijn bestuursorganen als de overheid

  1. de criteria voor het verstrekken van die uitkeringen of voorzieningen in beslissende mate bepaalt én
  2. die in overwegende mate financiert.

Het wel of niet uitoefenen van een overheidstaak of publieke taak is geen aparte eis om te komen tot het stempel ‘bestuursorgaan’. Uit de inhoudelijke en financiële band tussen bedoeld rechtspersoon en een of meer bestuursorganen volgt dat de bestuursorganen een bepaalde taak op zich hebben genomen.