Ruzie met de overheid: bij welke rechter moet je zijn?

Stel: de gemeente zit uw bedrijf dwars met een lastgeving onder dwangsom, of weigert uw bedrijf een vergunning, of wil niet meewerken met ander gebruik dan toegelaten is in het bestemmingsplan. Of zorgt niet goed voor de openbare ruimte, waardoor u lelijk valt en een complexe beenbreuk oploopt. Of weigert handhavend op te treden tegen uw buurman, die met zijn bedrijfsvoering uw eigen bedrijfsvoering belemmert. U schrijft de gemeente een brief, maar u krijgt een afwijzende reactie. Wat nu?

Drie werkgebieden: civiel recht, bestuursrecht en strafrecht

Het is niet zomaar even in een paar woorden uitgelegd. Grofweg is ‘het Nederlandse recht’ in drie gebieden verdeeld: het civiele recht, het bestuursrecht en het strafrecht. Een bestuursorgaan, zoals een gemeente of een provincie of een rijksdienst, heeft verschillende ‘petten’ op.

  • Als een bestuursorgaan handelingen verricht, zoals een burger ook zou doen, dan begeeft de gemeente zich op het gebied van het privaatrecht oftewel het civiele recht. Voorbeelden:
    • het afsluiten van een overeenkomst (denk aan projectontwikkelaars)
    • het zorgen voor gemeentelijke eigendommen (bv. onderhoud van wegen en trottoirs), zodat er geen aansprakelijkheid kan ontstaan op basis van onrechtmatige daad
    • het kopen en verkopen van grond (met de specifieke problematiek van verjaring, een gebied waarop Van Leijen Overheidsrecht gespecialiseerd is)
  • Als een bestuursorgaan op grond van een wet een besluit neemt, dan gaat het om bestuursrecht. Voorbeelden:
    • Het verlenen van een vergunning om te bouwen of af te wijken van het bestemmingsplan
    • Handhavend optreden door het opleggen van een last onder dwangsom of bestuursdwang of boete
    • Het vaststellen van een bestemmingsplan
  • Als het Openbaar Ministerie besluit om een verdachte te gaan vervolgen, dan hebben we het over strafrecht. Dáárvoor moet u bij andere advocaten zijn; ik verwijs u dan graag door naar de juiste specialist.

Civiel recht: welke rechter is bevoegd?

Mijn praktijk richt zich niet speciaal op het civiele recht, maar het is toch goed om te weten hoe het zit. In grote lijnen zit het als volgt.

Hoofdregel is dat u voor vorderingen tot € 25.000 naar de kantonrechter moet (dat kan zonder advocaat) en voor vorderingen van meer dan € 25.000 moet u (verplicht mét advocaat) naar de rechtbank (‘sector civiel’). Voor consumentenkrediet is de kantonrechter bevoegd als de kredietsom niet hoger is dan € 40.000. Daarnaast is de kantonrechter altijd bevoegd als het gaat om arbeids- of huurovereenkomsten, vorderingen van onbepaalde waarde (dan moet wel duidelijk zijn dat het niet meer kan zijn dan €25.000) en geschillen over koopovereenkomsten tussen een niet-consument en een consument (‘consumentenkoop’). Bij het bepalen van de waarde van de vordering moet de rente tot aan de dag van de dagvaarding worden meegeteld.

Maar WAAR moet u die rechter nu vinden en hoe bepaalt u dat? De hoofdregel daarbij is, dat u eerst kijkt naar de afspraken: gaat het om een contract, dan is daar mogelijk afgesproken dat u naar de rechter in Groningen moet. Dat is dan vervolgens dus wat u gaat doen. Is dat niet afgesproken, dan is de rechter in het arrondissement waar de arbeid normaal verricht wordt bevoegd; of de rechter in de woonplaats van de particulier, of de rechter van de plaats waar het schadetoebrengende feit zich heeft afgespeeld (in geval van onrechtmatige daad). Gaat het om een onroerende zaak, dan is mede bevoegd de rechter binnen wiens rechtsgebied die zaak ligt. Maar gaat het om huur van woonruimte of huur van bedrijfsruimte (zoals gedefinieerd in het huurrecht), dan is alleen de rechter in dat gebied bevoegd. Als het gaat over een nalatenschap is de rechter van de laatste woonplaats van de overledene mede bevoegd. Als het gaat om interne zaken van een vennootschap of rechtspersoon, dan is de rechter in de plaats van vestiging daarvan/woonplaats daarvan mede bevoegd. Bij faillissement, schuldsanering of surseance van betaling is mede bevoegd de rechter bij de rechtbank waar de rechter-commissaris is benoemd of de rechtbank die het verzoek tot surséance van betaling heeft behandeld. Als dit allemaal niet van toepassing is, dan is de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd. Heeft de gedaagde geen woonplaats? Dan is de rechter van de plaats waar hij werkelijk verblijft bevoegd.

Wanneer u in hoger beroep wil ná de kantonrechter of de rechtbank, komt u terecht bij het Gerechtshof. En als u dan in cassatie wil gaan, dan is daar nog de Hoge Raad. Het voert in deze context te ver om daarop hier uitgebreid in te gaan.

Bestuursrecht: welke rechter is bevoegd?

Mijn praktijk richt zich voornamelijk op het bestuursrecht. Ook op dit gebied zijn er nogal wat keuzes. Toch is het niet heel ingewikkeld om te bepalen naar welke bestuursrechter u moet om uw conflict met de overheid tot op de bodem uit te zoeken. In grote lijnen is de verdeling als volgt.

Rechtbank, sector bestuursrecht

Wanneer u na een beslissing op bezwaar verder wilt, is daar in verreweg de meeste gevallen de rechtbank, sector bestuursrecht, die als bestuursrechter optreedt.

De vraag, WAAR u de juiste rechtbank moet vinden, is niet moeilijk: bevoegd is de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan provincie, gemeente, waterschap, gemeenschappelijk orgaan of bestuursorgaan van openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn zetel heeft. Dus: heeft de gemeente Zuidplas een besluit genomen waar u het niet mee eens bent, dan moet u bij de Rechtbank Den Haag, sector bestuursrecht, uw beroepschrift indienen.

In andere gevallen is bevoegd de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats in Nederland heeft. Dus: stelt u beroep in tegen een weigering van de Sociale Verzekeringsbank te Utrecht, dan moet u nog steeds bij de Rechtbank Den Haag, sector bestuursrecht, uw beroep indienen.

College van beroep voor het bedrijfsleven

Dit College oordeelt als bestuursrechter in beroep over kwesties op het gebied van het sociaal-economisch bestuursrecht. Denk aan:

  • Mededinging, bijvoorbeeld geschillen over verboden prijsafspraken tussen ondernemingen
  • Sociaal-economisch gezondheidsrecht, bijvoorbeeld geschillen over tarieven voor tandartsen, psychiaters, medisch specialisten
  • Landbouw, bijvoorbeeld geschillen over landbouwsubsidies
  • Financieel toezicht, bijvoorbeeld geschillen over een boete opgelegd aan een financiële instelling of over een uitkering uit het depositogarantiestelsel
  • Telecommunicatie, bijvoorbeeld geschillen over SPAM, kabeltelevisie
  • Vervoer, bijvoorbeeld geschillen over concessies voor openbaar personenvervoer per trein, bus/tram of boot
  • Tuchtrechtspraak voor (register)accountants

Afdeling bestuursrechtspraak

Meestal oordeelt de Afdeling pas in hoger beroep (dus ná de rechtbank), maar soms al in eerste aanleg (dus direct na het besluit van het bestuursorgaan), namelijk nádat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure is gevolgd. In die procedure is namelijk een mogelijkheid om zienswijzen in te dienen ingebouwd, waardoor geen bezwaarschriftenprocedure meer nodig is (denk aan bestemmingsplannen). De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt altijd als hoogste bestuursrechter.

Centrale Raad van Beroep

De Centrale Raad van Beroep oordeelt in hoger beroep over geschillen op het terrein van de sociale verzekeringen, de sociale voorzieningen en ambtenarenzaken. Daarnaast is de Centrale Raad van Beroep bestuursrechter in eerste en enige aanleg in geschillen over de uitvoering van wetten voor oorlogs- en vervolgingsgetroffenen en voor beroepen van rechterlijke ambtenaren.

Maar… welke rechter moet ik nu kiezen?

U kunt niet kiezen, de wet heeft de keuze voor u gemaakt. U moet dus in de wet kijken om te bepalen naar welke rechter u moet met uw geschil. In geschillen met de overheid hebt u het relatief makkelijk: het bestuursorgaan moet in het genomen besluit aangeven bij welke rechter u in beroep kunt gaan. Maakt het bestuursorgaan daar een fout in, dan moet de rechter bij wie u in beroep gaat, het door u opgestelde beroepschrift doorzenden naar de juiste rechter en u daarvan in kennis stellen.

Hebt u nou geen zin in al die onzekerheid? Ik zoek het graag met en voor u uit! Bel of mail mij. 

Ik maak graag tijd voor u.