Overleg

Onverwacht en wel gehoopt: een bijna hartelijke ontvangst in een provinciehuis, na een verzoek om een gesprek vanwege -onder meer- een niet soepel lopende vergunningprocedure. Ik was daar met cliënt en zijn adviseur. Twee ambtenaren, duidelijk van mijn generatie, ontvingen ons met een kopje koffie. Het is november 2023, ruim een maand voordat de Omgevingswet in werking zal treden. In het gesprek blijkt, dat en waarom het bevoegd gezag én cliënt niet veel kunnen met de ontstane situatie, onder meer door verouderde informatie. En door een goed gesprek komen we tot de conclusie dat er voor beide kanten ‘huiswerk’ te doen is. Wet- en regelgeving waren en blijven vanzelfsprekend leidend. Het ‘ja, mits’ wordt daarmee als vanzelf in praktijk gebracht. Win-win, noemen we dat! Opgewekt lopen we het provinciehuis weer uit. Op weg naar de oplossing.

Geen overleg

Onverwacht en niet gehoopt: een keurig mailtje van een ambtenaar van een omgevingsdienst, die een verzoek om een gesprek vanwege de vreemde consequenties van een last onder dwangsom (ook in relatie tot wel of niet verouderde informatie) beleefd, maar vastbesloten, afwijst. Het is december 2023, enkele dagen voordat de Omgevingswet in werking zal treden. De ambtenaar heeft een voornaam, die overduidelijk uit deze eeuw is. Mijn eerste reactie op deze mail: wenkbrauwen omhoog en nog maar eens lezen. Deze ambtenaar legt uit dat de ‘focus’ van het bedrijf wordt gewaardeerd, maar wijst tegelijkertijd zonder meer op naleving van wet- en regelgeving en meldt dat er geen ruimte is voor een gesprek. Deze persoon heeft het oude ‘nee, tenzij’ als leidraad gehanteerd.

Generatiekloof?

De ‘oude’ ambtenaar

De provinciale ambtenaren zijn door de wol geverfd en hebben daarnaast een goed ontwikkelde politieke antenne.

In dit dossier begrijpen de ambtenaren mijn cliënt, omdat ze bereid zijn zich te verdiepen in de situatie en de wederzijdse belangen. Dat betekent zéker niet dat wet- en regelgeving genegeerd worden. Integendeel: die staat voorop. Vanzelfsprekend ook bij mijn cliënt. Het gevolg hiervan is, dat beide partijen in beweging komen en iets gaan doen om tot een optimale naleving van de wet- en regelgeving te komen.

De ‘nieuwe’ ambtenaar

De omgevingsdienst-ambtenaar is met zekerheid stukken jonger en zal het aangekaarte probleem vermoedelijk strikt juridisch vertalen.

In dit dossier weigert de ambtenaar in kwestie elke communicatie naast het besluitvormingsproces en stelt zich op een standpunt. Het gevolg hiervan is, dat er een statische situatie bestaat en mijn cliënt nu gedwongen wordt om te werken op een manier die niet uitvoerbaar is en met zekerheid zal leiden tot verbeurte van de dwangsom op enig moment.

De Omgevingswet: oud of nieuw?

Vroegahhh: nieuw?

Ik werkte in 1993 als inhuurkracht bij de provincie Zuid-Holland. Toezichthouders bezochten ‘hun’ bedrijven, knoopten een gesprek aan, meldden wat er niet klopte, maakten een afspraak voor herstel en vertrokken weer. Niks brief, ze kwamen dan nog een keer op bezoek en als het in orde was, dan was het in orde. Klaar. De dialoog tussen overheid en bedrijf (en de aandacht voor belangen) had -normaal gesproken- als effect dat wet- en regelgeving nageleefd werd. De houding van ‘vroegahhh’ is eigenlijk wat de Omgevingswet ‘nu’ wil.

Nu: oud!

In de dossiers hierboven gaat het niet om onervaren particulieren of kleine tegenwerkende vage bedrijfjes. Integendeel. Meer kan ik er vanwege mijn geheimhoudingsplicht niet over zeggen. Maar neem van mij aan dat ze hun werk zeer serieus nemen. Juist vanwege mijn eigen werkervaring weet ik wanneer ik cliënt kan of moet adviseren te gaan overleggen met het bevoegd gezag. Ik heb het dan ook niet zonder reden geadviseerd.

Het is shockerend om te zien, hoe verschillend de overheidsreactie kan zijn op een verzoek om overleg vanuit het bedrijf. En zeker ook wat de consequenties ervan zijn: in het ene dossier komen bevoegd gezag en bedrijf in beweging en werken ze samen om doelen van wet- en regelgeving te bereiken. En in het andere dossier stelt het bevoegd gezag zich op een standpunt en moet het bedrijf kostbare procedures voeren, om het bevoegd gezag er via de bestuursrechter van te overtuigen dat het anders moet.

Oud = nieuw

Het ‘ja, mits’ van nu kan, ja zelfs MOET, echt in de praktijk gebracht worden. Dat kon vroegahhh al… maar MOET NU! Dat zegt de Omgevingswet, die ooit, in 2010 al, bedacht is met als achterliggend doel om ‘cultuurverandering’ te bereiken binnen de overheidsorganisaties.

Onderhandelen: het delen van de sinaasappel

Ooit deed ik een cursus onderhandelen, waarin ik het voorbeeld kreeg dat twee personen een sinaasappel moesten verdelen, maar dat ze allebei niet tevreden waren met ieder de helft. Na een gesprek met elkaar, waarin ze elkaar hadden uitgelegd, waarom ze die sinaasappel wilden, kwamen ze erachter dat de één de schil nodig had en de ander het vruchtvlees. Door zich niet op standpunten te beroepen, maar zich juist op hun belangen te richten, kwamen ze tot het optimale onderhandelingsresultaat.

Oproep

De nieuwe generatie is natuurlijk opgegroeid met social media, waarin je via je toetsenbord communiceert met iedereen: Whatsapp, Snapchat, LinkedIn, Instagram, Facebook, Tiktok, ga zo maar door. Het is makkelijk, snel en direct. Maar een mondeling gesprek voeren met elkaar is er vaak niet meer bij. Niet telefonisch (ik heb zelfs al het woord ‘belangst’ gehoord) en zéker niet ‘live’ (wat nog verder bevorderd is door de contactbeperkingen in de coronaperiode). Wat is dat toch? Is het eng? Confronterend? Moeilijk? Wat is er nu zo vervelend aan om elkaar recht in de ogen te kijken en je belangen op tafel te leggen?

Mijn oproep is, in het bijzonder aan ambtenaren: ga in gesprek. Je hebt als overheid een machtige positie en dat weet dat bedrijf echt wel. Je hebt de wet- en regelgeving achter je en je kunt altijd nog met juridische procedures dreigen. Maar je kunt bedrijven altijd sneller tot naleving dwingen door dat juist NIET primair te doen. Echt. Ik heb dat sinds 1990 in de praktijk ervaren als stagiaire, als bedrijfsadviseur, als ambtenaar en nu ook als advocaat.

Doen jullie mee?