Bestuurlijke boete voor illegale verhuur woonruimte

Mensen die hun (gehuurde of eigen) woning verhuren aan toeristen, lopen grote risico’s. De Afdeling bestuursrechtspraak deed op 9 maart 2016 weer een uitspraak over de verhuur van een ruimte in Amsterdam aan toeristen. Het ging in dit geval om 2 adressen en slechts een enkele overnachting aan een paar toeristen. De gemeente heeft de verhuurder een bestuurlijke boete opgelegd: deze overtreding kostte de verhuurder € 24.000,= en geen cent minder.(ECLI:NL:RVS:2016:627)

Wat is er mis aan verhuur van een slaapplek aan toeristen?

Op grond van de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening is het verboden om woonruimte aan toeristen te verhuren. Daarmee ‘onttrek’ je de woning namelijk aan het woningbestand, zoals dat in juridisch jargon heet. De gemeente handhaaft de wet. Die boetes zijn niet mals… en de rechter heeft écht geen medelijden! Het gebeurt vaker dan je denkt. Lees hierover in het AD. Handhaving: wat is een bestuurlijke boete? Een bestuursorgaan, zoals een gemeente, kan niet alleen een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang opleggen, maar ook een bestuurlijke boete. Een dwangsom of bestuursdwang is een zogenaamde ‘herstelsanctie’, een boete heeft daarentegen als doel de overtreder te straffen (het moet ‘leed toevoegen’, zoals dat heet). De boete wordt opgelegd door een besluit te nemen, waartegen bezwaar en beroep kan worden ingesteld. In een wettelijke regeling moet opgenomen zijn, dat oplegging van een boete mogelijk is. Verder gelden er ook allerlei waarborgen uit het strafrecht: zo moet de overtreder worden gehoord (nádat hem is gezegd dat hij niet verplicht is tot antwoorden, de zogenaamde ‘cautie’ moet dus gegeven zijn), er moet hem een verwijt te maken zijn, hij mag niet twee keer voor hetzelfde feit worden beboet. Daarnaast moet de hoogte van de boete worden afgestemd op de ernst van de overtreding (evenredigheidsbeginsel). Tenslotte moet de gemeente kiezen voor ófwel een boete ófwel een dwangsom (una via beginsel).

Waar kijkt de rechter naar?

Wanneer sprake is van woonruimte, die aan toeristen wordt verhuurd, is de Huisvestingswet het wettelijk kader. Het moet gaan om een pand dat bedoeld is voor ‘permanente bewoning’. Daarvoor wordt gekeken, of de panden zijn geregistreerd als woning. En of er een of meer bewoners ter plaatse waren ingeschreven in de gemeentelijke BRP (Basis Registratie Personen). Of op het moment van de toeristische overnachtingen nu toevallig verbouwd werd, is niet belangrijk. Verder kijkt de rechter nadrukkelijk naar het bewijs, bijvoorbeeld de rapporten van gemeentelijke controleurs. Zij komen vaak in actie na een melding van buren en kijken naar de inrichting van het pand: staan er meer bedden dan nodig voor de bewoning door de ingeschreven personen, zijn er verse boodschappen in huis, afgestemd op het ingeschreven aantal bewoners, etcetera. Voor de verhuurder is dat onderdeel het meest vervelende: de bewijskracht van een proces-verbaal van een ambtenaar is namelijk heel erg sterk, het blijkt in de praktijk bijna niet mogelijk daar voldoende tegenbewijs voor aan te voeren. Argumenten dat het slechts zakenrelaties zijn geweest, die daar hebben geslapen, of dat de stagiaire de ruimten per ongeluk aan toeristen heeft verhuurd, of dat zoonlief op eigen houtje rare dingen heeft gedaan, de rechter heeft er allemaal geen boodschap aan, omdat die tegenwerpingen meestal niet of onvoldoende bewezen (kunnen) worden. De rechter controleert bij bestuurlijke boetes indringend, of het bestuursorgaan het wel goed heeft gedaan, juist omdat zo’n boete nogal fors kan zijn en dus grote impact kan hebben op de overtreder. Het helpt daarbij ook, of de gemeente in dat geval beleid heeft, waar ze op kan terugvallen.

Hebt u ook een boete of een dwangsom gekregen van de gemeente?

Hoe sneller je mij belt, hoe groter de kans is dat ik mogelijk iets kan doen en aangeven met welke argumenten dat kan, of in ieder geval duidelijk kan maken waarom dat niet kan. De termijnen voor bezwaar en/of beroep zijn relatief kort (enkele weken). Als je die ongebruikt voorbij laat gaan, kan ik niets meer voor je doen. Bel of mail mij dus!