Het is ook nooit goed. Gamende kinderen moeten naar buiten, dat is goed voor hun gezondheid. Maar zodra ze dan lekker ‘los’ gaan in een keurig aangelegd speeltuintje, op een trapveldje of op het schoolplein, wordt nogal eens de gemeente gebeld. Klachten over geluidsoverlast door schreeuwende kinderen en muziek of voetballende hangjongeren stellen de gemeente dan voor dilemma’s. Soms treedt de gemeente kordaat op. Zoals in november 2019: na klachten verscheen plotseling een bord met ‘regels’ bij een Moerkapelse speeltuin die al tientallen jaren bestaat. En in Nijmegen werd een al jaren bestaand trapveldje zelfs gesloten na klachten over geluidsoverlast.

Zijn er regels voor het beoordelen van stemgeluid van spelende kinderen?

Het geluid, dat scholen en kinderopvangverblijven veroorzaken, valt onder de normen van het Activiteitenbesluit. Dat geldt ook voor stemgeluid op een door bebouwing omsloten “binnenterrein”. Maar: juist het stemgeluid van spelende kinderen speelt daarbij geen enkele rol (artikel 2.18 lid 1 onder h en i Activiteitenbesluit). Stemgeluid van kinderen blijft daarmee buiten beschouwing in ‘de periode vanaf een uur voor aanvang van het onderwijs tot een uur na beëindiging van het onderwijs’. Het gaat daarbij in principe om stemgeluid in relatie tot schoolse activiteiten, en niet ook van andere activiteiten die niets met school te maken hebben. Op 28 november 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:3880) bepaalde de Afdeling bestuursrechtspraak dat dit niet alleen geldt als het om scholen of kinderopvangcentra gaat (in dit geval ging het om een logeerhuis bij een praktijk voor geestelijke gezondheidszorg): “Gelet op de tekst van artikel 2.18, eerste lid, aanhef en onder a, van het Activiteitenbesluit blijft het stemgeluid van personen bij het bepalen van de geluidniveaus buiten beschouwing. Aangezien kinderen personen zijn heeft [de omgevingsdienst] in haar metingen terecht geen rekening gehouden met het stemgeluid van de spelende kinderen.”

Maar wat te doen als het niet gaat om een schoolplein of binnenplein, maar om bijvoorbeeld een trapveldje, voetbalkooi of speeltuin? Die situaties vallen niet onder het Activiteitenbesluit, want er is geen sprake van een inrichting. Wél gaat het dan om de vraag, of het feit, dat er kinderen spelen (en dus schreeuwen, gillen, rennen, voetballen enzovoorts) past in een ‘goede ruimtelijke ordening’. Bij het opstellen van het bestemmingsplan moet dat al goed onderzocht worden: wat als hier kinderen gaan spelen? Hoe zit het dan met de geluidsbelasting op de gevels van de bebouwing in de buurt? Die geluidsbelasting zal anders uitvallen bij een bedrijfsterrein dan wanneer een speeltuin of voetbalkooi midden in een nieuwbouwwijk gepland is. Als er veel omringende bebouwing is, dan weerkaatst het geluid van stemmen en/of (voet)ballen daar tegen; dat effect wordt ook wel het ‘klankkast-effect’ genoemd. Het is dus een kwestie van het vooraf opstellen van grondige geluidsberekeningen. Daarmee kan voorafgaand aan realisatie worden bepaald of een speelvoorziening al dan niet zal leiden tot geluidsoverlast, én kunnen eventueel aanvullende voorwaarden worden opgenomen in de bestemmingsomschrijving. Als namelijk bestemmingsplanprocedures niet goed op elkaar zijn afgestemd, kunnen in ruimtelijke zin ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die later leiden tot overschrijding van geluidsnormen.

Wat kunnen omwonenden doen tegen geluidsoverlast door spelende kinderen?

Wat als een omwonende van een speeltuin geluidsoverlast ervaart door spelende kinderen in een speeltuin of op een trapveldje of op een andere manier in de buurt? Dan kan die omwonende een handhavingsverzoek doen bij de gemeente. De grondslag kan dan zijn dat het gebruik van de grond ‘in strijd met de bestemming’ is, of dat er een regel uit de APV wordt overtreden. Als ook dat niet helpt, of de omwonende wil simpelweg sneller een oplossing, dan is er natuurlijk ook nog altijd de civiele rechter. In kort geding zou kunnen worden geëist, dat, in afwachting van de oplossing die de gemeente op grond van het oordeel van de bestuursrechter moet uitvoeren, de speelvoorziening wordt afgesloten. De grondslag is dan onrechtmatige hinder (5:37 BW).

Hoe liep het af in Nijmegen en Zuidplas?

Het trapveldje bij een school in Nijmegen mag vooralsnog openblijven. Maar er moeten wel meteen aanpassingen komen om de geluidsoverlast voor omwonenden te verminderen. Dat heeft de voorzieningenrechter bepaald. Het probleem trok de aandacht van veel journalisten, omdat de school én het veldje al veel langer bestaan dan de omringende bebouwing (ECLI:NL:RBGEL:2019:5091). Deze situatie lijkt een voorbeeld te zijn van het vooraf onvoldoende onderzoeken van de mogelijke effecten van verschillende functies in de ruimtelijke ordening van het gebied.

Over de Moerkapelse speeltuin heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas zich op het moment van schrijven van dit artikel nog niet uitgelaten. Ook deze situatie trekt de aandacht, omdat de speeltuin al jaren bestaat. Het bordje met de ‘regels’ heeft in ieder geval geen enkele juridische waarde. Voor de betrokkenen is het te hopen dat er een oplossing komt, die recht doet aan zowel de belangen van de spelende kinderen als van de omwonenden.

Minou Woestenenk

 

Bron: Nieuwsbrief Wolters Kluwer