Een bestuurlijke boete is een boete die je van een bestuursorgaan kunt krijgen. Dat klinkt logisch; toch is het een vrij nieuw verschijnsel binnen het bestuursrecht. We kenden al de lastgevingen onder bestuursdwang en dwangsom en de intrekking van de vergunning. Dat zijn de zogenaamde ‘reparatoire sancties’ (herstelsancties): bedoeld om de illegale situatie te herstellen. En sinds 2009 kunnen bestuursorganen ook een boete opleggen. Dat is een ‘bestraffende sanctie’ (punitieve sanctie): bedoeld om ‘leed toe te voegen’, dus echt om de dader te straffen en toekomstige daders af te schrikken. In het Europese recht hoort de bestuurlijke boete dan ook tot de ‘criminal charges’.

Bestuurlijke boete: bestuursrechtelijke trekjes

Ik schreef al eens over bestuurlijke boetes in Amsterdam. En dat een standaardboete niet altijd redelijk is. Het moeilijke van de bestuurlijke boete zit in de ‘combinatie’ tussen bestuursrecht en strafrecht. De boete wordt opgelegd door een besluit te nemen, waartegen bezwaar en beroep kan worden ingesteld. Dus gelden beginselen van zorgvuldigheid, deugdelijke motivering, gelijkheidsbeginsel, evenredigheid, verbod van willekeur, etcetera.

Bestuurlijke boete: strafrechtelijke trekjes

Tegelijkertijd moet in een wettelijke regeling opgenomen zijn, dat oplegging van een boete mogelijk is. Verder gelden er tegelijkertijd ook allerlei andere waarborgen uit het strafrecht: zo moet de overtreder worden gehoord (nádat hem is gezegd dat hij niet verplicht is tot antwoorden, de zogenaamde ‘cautie’ moet dus gegeven zijn), er moet hem een verwijt te maken zijn, hij mag niet twee keer voor hetzelfde feit worden beboet. Daarnaast moet de hoogte van de boete worden afgestemd op de ernst van de overtreding (evenredigheidsbeginsel). Tenslotte moet de gemeente kiezen voor ófwel een boete ófwel een dwangsom (una via beginsel).

Bestuurlijke boete en bewijsgaring

In het strafrecht bestaan in het algemeen degelijke procedurele waarborgen: die cautie is er niet voor niks, want het gaat over het verbod van zelfincriminatie (anders gezegd: je hoeft niet mee te werken aan je eigen veroordeling en je moet dus weten wanneer je mag zwijgen). Procedureregels uit het strafrecht zijn er om de dader te beschermen tegen de machtige overheid. Dat geldt óók voor het strafrechtelijk bewijsrecht. Dát punt is nog niet zo duidelijk bij de bestuurlijke boete. Want het bestuursrecht gaat uit van de medewerkingsplicht, terwijl in het strafrecht strenge bewijsgaringsregels bestaan.

Bestuurlijke boete dossier bij de Afdeling bestuursrechtspraak

Onlangs speelde bij de Afdeling bestuursrechtspraak een zaak over een boete op grond van de Wet arbeid vreemdelingen. Zowel in deze zaak als in een groot aantal andere boetezaken speelt de vraag over hoe moet worden omgegaan met het verzamelen van bewijs. In dit geval ging het om boetes voor een bedrijf, die Roemeense werknemers had ingezet zonder werkvergunning. Het gaat onder meer om het verzamelen van bewijs; de advocaat van het bedrijf had gesteld, dat de Inspectie dat op onzorgvuldige wijze had verkregen, en dat dát bewijs dus buiten beschouwing zou moeten worden gelaten (met als gevolg dat er te weinig bewijs zou zijn).

De Afdeling heeft nu besloten om aan staatsraad advocaat-generaal Keus te vragen om te adviseren over de manier waarop de bestuursrechter moet omgaan met bewijsgaring. Vraag is dus, welke waarborgen in acht moeten worden genomen bij het vergaren van bewijs in boetezaken. De nadruk ligt dan op de waarborgen die zouden moeten gelden bij het afleggen van verklaringen bij de toezichthouder, en hoe moet worden omgegaan met verklaringen die pas later in de procedure worden overgelegd door degene die is beboet. Daarnaast is de staatsraad advocaat-generaal gevraagd onderzoek te doen naar de “toelaatbaarheid van en grenzen aan bewijsgaring” in een later stadium van de procedure door het bestuursorgaan dat de boete heeft opgelegd. Op 16 februari 2017 is de zitting over de Roemeense werknemers en zullen we dan in ieder geval weten, wat Keus geadviseerd heeft. Ik houd het voor u in de gaten.

Vragen over een bestuurlijke boete?

Twijfel niet en bel of mail mij!